Direct naar artikelinhoud
ReportageAfsluitdijk

11 meter, een wereld van verschil — waarom de Lorentzsluis van de Afsluitdijk verbreed wordt

De Tsjechisce Labe 15 uit Děčín meert af en verlaat de Lorentz schutsluis.Beeld Harry Cock/de Volkskrant

Minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen en de noordelijke regio hebben extra geld toegezegd voor de verbreding van de sluis in de Afsluitdijk. Hiermee is de financiering van de Lorentzsluis rond. In november van 2018 publiceerden we onderstaande reportage over de kwestie.

Noordelijke overheden en bedrijven lobbyen al jaren voor een verbreding van de sluis in de Afsluitdijk. Tot voorbij Urk zijn ondernemingen afhankelijk van die ene doorgang. Maar er is nog steeds een gat van 80 miljoen euro. En het ziet er niet naar uit dat dat geld van de minister gaat komen.

Hoe vaak Klaas Kielstra in Den Haag is geweest sinds hij drieënhalf jaar geleden aantrad? De Friese provinciebestuurder moet lachen om de vraag. Hij is de tel kwijtgeraakt. ‘Tientallen keren, zeker.’

Vanuit het Waddencentrum op de Afsluitdijk is het IJsselmeer deze ochtend even grauw als de lucht. Aan de andere kant van de waterkering de Waddenzee. ‘Getemd maar rusteloos’, dichtte Vasalis. Van zee naar meer en van meer naar zee is er maar één weg: door de Lorentzsluis. Het vooroorlogse complex van spuisluizen, schutsluizen en draaibruggen is de reden waarom Kielstra zo vaak naar Den Haag toog.

Want de doorgang moet breder. Van 14 naar 25 meter, om precies te zijn. Het lijkt een kleine ingreep. ‘Maar die elf meters maken een wereld van verschil’, zegt Kielstra. ‘Gaat de regio op slot, of blijft er ruimte voor groei?’ Alleen zo kunnen havengerelateerde bedrijven en de scheepswerven van Makkum, Vollenhove, Urk en Kampen mee in de vaart der jachten en volkeren. ‘Alles wordt breder en groter.’ Bovendien moeten de draaibruggen in het sluiscomplex in de zomer met een waterstraal gekoeld worden, zo vaak zijn er problemen.

Ook bij de Afsluitdijk is Jeroen van den Ende. Hij is directeur van de Port of Zwolle, het gezamenlijke havenschap van Kampen, Zwolle en Meppel – 100 kilometer verderop. ‘Zo ver strekt het achterland’, zegt hij. Zeker honderd bedrijven zouden voordeel hebben van een bredere sluis bij Kornwerderzand, hun toegangspoort.

Maar de gewenste sluisverbreding kost 200 miljoen euro. Het is niet dat Kielstra steeds naar Den Haag trekt om enkel zijn hand op te houden. Regionale overheden en bedrijven zijn bereid 73,5 miljoen euro bij te passen. Het Rijk wil vooralsnog niet meer uittrekken dan 52,7 miljoen – en dus zit er nog een gat in de begroting van de nieuwe sluis van zo'n 80 miljoen euro. Terwijl de Afsluitdijk voor bijna een miljard op de schop gaat, inclusief kunstzinnige bekleding en een vismigratierivier.

Sinds 2013 wordt er al over verbreding gesproken. Tot drie keer toe werd achter het Europese subsidienet gevist, ondanks een aanvraag die volgens de gedeputeerde ‘excellent’ was. ‘We houden hoop, maar ik zou niet weten wat ik nog meer kan doen.’ 

Kijk naar de cijfers, zegt Kielstra. Een bredere sluis zou 110 miljoen euro aan investeringen uitlokken. Graansloot in Kampen (op- en overslag) belooft 5 tot 7 miljoen voor bedrijfsuitbreiding, Hoeben Metalen zou graag een nieuwe hellingbaan bouwen voor de sloop van zeeschepen. Al met al zou het 3.000 arbeidsplaatsen opleveren, blijkt uit een studie op verzoek. Ze kunnen het niet vaak genoeg benadrukken: dit gaat om veel meer dan een Fries belang. Drenthe, Overijssel en Flevoland doen ook mee. De pleitnota van de regio werd niet voor niets in Meppel gepresenteerd.

Een bredere sluis is het middel om goederentransport te verplaatsen van de dichtslibbende wegen naar het water, meent Van den Ende. Kampen zal nooit meer een zeehaven worden, zoals in de tijd van de open Zuiderzee. ‘Maar met een bredere sluis zouden we kruiplijncoasters tot 4.500 ton kunnen overslaan’, zegt hij. ‘Veevoer, schroot, bouwstoffen, dat hoeft dan niet in vrachtwagens.’ Bovendien is niet alleen de bouw, maar ook herinrichting van jachten (‘refitten’) een groeimarkt. ‘Nu gaan de schepen met doeken en groene zeep naar buiten, en zien we ze nooit meer terug.’

Donderdag kwam de sluis weer eens ter tafel bij een commissievergadering in de Tweede Kamer – en Kielstra was er opnieuw bij. Volgens hem is iedereen inmiddels wel overtuigd van nut en noodzaak. Maar de woorden van minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) stemmen niet hoopvol. Volgens haar is de sluis in de Afsluitdijk ‘geen knelpunt’ en krijgt het project daarom geen prioriteit.

De minister ziet de economische potentie. Maar meer geld is er simpelweg niet. ‘Het gat is heel erg groot.’ Ze blijft ‘creatief meedenken'. Maar het initiatief nemen bij het zoeken naar potjes om het begrotingsgat te dichten, zoals de ChristenUnie vraagt? ‘Dat doen we elders in het land ook niet. Voortrekken kan ik niet rechtvaardigen.’ De reactie van CDA-kamerlid Von Martels: ‘Ik weet niet of ik dit nu moet scharen onder de noemer valse hoop of een dode mus.’

Gedeputeerde Klaas Kielstra (links) en Jeroen van den Ende, directeur van de Port of Zwolle, bij de Lorentzsluis.Beeld Harry Cock/de Volkskrant

Of de fysieke en mentale afstand tussen Kornwerderzand en Den Haag een nadeel is voor de regionale lobby? ‘Alle infrastructurele projecten duren lang’, drukt provinciebestuurder Kielstra zich politiek uit. ‘Over verdubbeling van de weg tussen Zwolle en Enschede wordt ook al veertig jaar gesproken.’

Sijbrand de Vries is minder voorzichtig. ‘Die afstand speelt zeker mee’, zegt de directeur van Feadship in Makkum, de jachtenbouwer die ook wel bekend staat als de Koninklijke De Vries. Met 300 medewerkers in vaste dienst en nog eens dat aantal aan inhuur is het van belangrijke economische waarde in Zuidwest-Friesland. Feadship heeft ook een werf in Aalsmeer. ‘Daar loopt het helemaal vast. Het is onbegrijpelijk dat we de ruimte hier niet beter benutten.’

De bredere sluis, zegt ook hij, is cruciaal voor de groei van zijn bedrijf. Maar De Vries wilde niet langer wachten op de politiek. Vanuit zijn kantoor kijkt hij neer op de fundering van een tweede dokhal in aanbouw. ‘Wij hebben al b gezegd. Er wordt al zo lang over de sluis gesproken. Wij moeten aan de toekomst denken.’

Het bedrijf verplaatsen? Het is wel eens door zijn hoofd gegaan. Maar hier in Makkum zit Feadship goed. Jachteigenaren houden van zoet water zonder getijden. En hier is de eigen bedrijfsschool, waar jonge mensen uit de regio worden opgeleid voor het vak.

In de bestaande dokhal wordt een bootje onder handen genomen dat zijn opa bouwde in 1932 – toevallig ook het jaar waarin de Afsluitdijk voltooid werd. Met een lengte van 7,5 meter valt het in het niet bij het vijf verdiepingen tellende superjacht dat Feadship in dezelfde loods bouwt. Honderd meter lang is het. De Vries wil maar zeggen: de wereld is in die 86 jaar behoorlijk veranderd. ‘We gaan ook niet meer met paard en wagen over de Afsluitdijk.’